Praktische Informatie

Missie en Visie

Missie

Kinderdagverblijf ’t Hummelke stelt zich ten doel ten behoeve van ouders/verzorgers. de kinderopvang te verzorgen voor kinderen van nul tot vier jaar. Het kinderdagverblijf wil op een verantwoorde manier bijdragen aan de ontwikkeling van het kind in de breedste zin van het woord. De ontwikkeling en de (on)mogelijkheden van de individuele kinderen worden centraal gesteld.

De pedagogisch medewerkers van het kinderdagverblijf streven ernaar om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de opvoedingssituaties van thuis en zo een tweede thuis voor de kinderen te zijn. Wederzijdse betrokkenheid en communicatie tussen ouders, kinderen en pedagogisch medewerkers staat bij ons dan ook hoog in het vaandel.

Visie

Om een kind zich optimaal te laten ontwikkelen werkt Kinderdagverblijf ’t Hummelke aan de hand van vier opvoedingsdoelen, namelijk: emotionele veiligheid, persoonlijke vaardigheden, sociale vaardigheden en normen en waarden. Er wordt veel aandacht besteed aan het leren van taal, creatief spel, oefenen van vaardigheden, zelfstandigheid, leren van waarden en normen en het omgaan met regels en grenzen. Dit binnen de kaders van de VVEmethode Speelplezier waarmee intensief gewerkt wordt binnen het kinderdagverblijf. Kinderdagverblijf ’t Hummelke is een VVE-gecertificeerde organisatie

Wij streven ernaar om de kinderen die naar het kinderdagverblijf komen voor te bereiden op hun verdere loopbaan op de basisschool door de kinderen op een professionele manier te begeleiden in het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale vaardigheden, aandacht te besteden aan hun emotionele veiligheid en hen waarden en normen bij te brengen. Wij doen dit mede door te werken met gekwalificeerd personeel en intensief te werken met de VVE-methode Speelplezier. Het kinderdagverblijf is kindpartner van IKC de Vlinderboom.
Naast het feit dat we de ontwikkeling van de kinderen willen bevorderen bieden wij ook een warme en veilige omgeving voor de kinderen waar ze zich thuis voelen.

4 opvoedingsdoelen

Er wordt in kinderdagverblijf ’t Hummelke als volgt om gegaan met de vier opvoedingsdoelen:

Opvoedingsdoel 1 : emotionele veiligheid

Wil een kind zich optimaal ontwikkelen is het noodzakelijk om het kind een gevoel van veiligheid te geven. De leidsters van het kinderdagverblijf zullen erop toezien dat het kind zich veilig en vertrouwd voelt. Er wordt geruime tijd uitgetrokken voor de gewenning. De emotionele veiligheid van het kind wordt gewaarborgd door:

  • Vaste leidsters in de groep te hebben. Zodoende weet het kind iedere keer als het komt welke leidster er is. Op die manier kan er ook een goede hechting tussen kind en leidster ontstaan;
  • Één van de leidsters als begeleidster/mentor van het kind te hebben. Op deze manier is er altijd één leidster die de belangen van het kind extra in de gaten houdt. Ook voor ouders is er zo een vast aanspreekpunt om dingen te bespreken;
  • Alle kinderen een vast bed te geven met eventueel een eigen knuffel. Het kind zal altijd in zijn eigen bed gelegd worden. Dit verhoogt het gevoel van geborgenheid.

In de groep de groeiwijzers van alle kinderen (up to date) te hebben. Iedere leidster kan in de klapper lezen, wat het kind moet eten, drinken, slapen en andere bijzonderheden. Het is daarom zaak om goed met ouders/verzorgers te communiceren om deze klapper up to date te houden.

  • Een gestructureerd dagschema aan te houden om zo vastigheid te bieden.
  • Het kind letterlijke veiligheid te bieden door het op schoot te nemen en te troosten of te knuffelen;

Op deze manier wordt er een sfeer gecreëerd waarin het kind opti­male mogelijkheden heeft om zich te ontwikkelen. De inrichting van de ruimten zal mogelijkheden en uitdagingen bieden om de ontwikkeling te stimuleren.

 

Opvoedingsdoel 2: persoonlijke vaardigheden

Door in een groep kinderen te functioneren kan het kind zijn persoonlijke vaardigheden ontwikkelen en oefenen. Onder persoonlijke vaardigheden verstaan we o.a. zelfstandigheid, zelfvertrouwen, assertiviteit, creativiteit, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en respect voor anderen.

Door de persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen en te stimuleren wordt het kind steeds beter in staat gesteld om zelf oplossingen te bedenken voor de aan hem/haar gestelde eisen van zijn omgeving.

Het is de taak van de pedagogisch medewerker om een veilige situatie te scheppen, waarin het kind (on)bewust zijn persoonlijke vaardigheden oefent en ontwikkelt.

Voor de pedagogisch medewerkers betekent dit ook dat ze steeds moet blijven aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Immers een pasgeboren baby is totaal afhankelijk van anderen. Een 3‑jarig kind heeft al een mate van zelfstandigheid. In een kort aantal jaren ontwikkelt het kind zich op verschillende ontwikkelingsgebieden zoals houding en gedrag, motorische vaardigheden, spraak en taal, zintuigfuncties en geestelijke vermogens. Bij het ene kind gaat de ontwikkeling sneller dan bij het andere.

Soms gaat de ene fase van een functieontwikkeling sneller dan een volgende en soms ook wordt er teruggevallen op een vorige fase. De ontwikkeling kent veel variaties, die het gevolg zijn van het samenspel van aanleg en omgevingsfactoren. De aanleg bepaalt de grenzen, de omgevingsfactoren bepalen in hoeverre de mogelijkheden van de aanleg benut worden.  Door motivatie en stimulatie ontwikkelt het kind zich vlotter.

Ouders/verzorgers mogen van de pedagogisch medewerkers verwachten dat ze het kind stimuleren en motiveren tijdens de opvang.

Om te kunnen stimuleren en motiveren vindt het kinderdagverblijf het belangrijk dat het kind zich veilig en vertrouwd voelt. Het kinderdagverblijf denkt dit te bereiken door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de opvoedsituatie van thuis. Dit betekent dat het kind ook in de opvang herkenbare momenten van thuis heeft. Daarnaast wordt er gewerkt met vaste pedagogisch medewerkers, die zoveel mogelijk op vaste tijden werken. Op deze manier kan er snel een band met het kind worden opgebouwd. Ook de steeds terugkomende vaste structuren van de dag geven het kind, zeker in de beginperiode, houvast.

Zodra een kind zich veilig voelt zal het steeds meer van zichzelf laten zien en meer mee doen met allerlei activiteiten. Tijdens deze activiteiten kan het kind op meerdere manieren gestimuleerd worden.  

Op verschillende momenten van de dag reikt de pedagogisch medewerker het kind, via spelsituaties, prikkels en uitdagingen aan. De spel‑ en activiteitensituaties worden aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. Spelenderwijs ontdekt het kind allerlei mogelijkheden met betrekking tot zichzelf, het speelgoed en zijn omgeving. Met het systematisch aanbieden van spel- en activiteitensituaties kan het kind zijn persoonlijke en sociale vaardigheden ontwikkelen en oefenen.

Tevens wil het kinderdagverblijf bereiken dat:

  • Kinderen plezier hebben in de activiteit, maar ook in het contact met de pedagogisch medewerker en de andere kinderen. Dit bevordert de hechting van het kind met de groep;
  • Kinderen zich ontwikkelen door in eerste instantie de pedagogisch medewerker en/of de andere kinderen te imiteren. In een latere fase proberen kinderen zich te identificeren met een ander persoon. Ze spelen de moeder of de pedagogisch medewerker na met bv. de poppen. Op deze manier voltrekt zich de sociaal-emotionele ontwikkeling spelenderwijs;
  • Kinderen sociale vaardigheden (opvoedingsdoel 3) leren en kunnen uitproberen op de pedagogisch medewerker en/of de andere kinderen. Ze leren rekening te houden met anderen en hun gedrag op anderen af te stemmen. Als kinderen hun gedrag op anderen kunnen afstemmen betekent dit tevens dat kinderen zich in kunnen leven in (de gemoedsstemming van) anderen;
  • De taalontwikkeling wordt gestimuleerd via boekjes lezen, verhaaltjes vertellen en liedjes zingen;
  • Lichamelijk contact, in de vorm van knuffelen of stoeien, in veelvoud mogelijk is;
  • De normen en waarden die het kinderdagverblijf belangrijk vindt wordt overgedragen. Het hoofdmotto van het kinderdagverblijf is “samen spelen, samen delen en iedereen is welkom om mee te spelen”. Daarnaast wordt het kind o.a. geleerd om respect te tonen voor de pedagogisch medewerker en de andere kinderen;
  • Kinderen op een correcte wijze hun mening leren verwoorden en ook de ruimte krijgen om dat te doen.

Er wordt naar gestreefd om, mits het weer het toelaat, de peuters dagelijks buiten te laten spelen. Buiten spelen betekent dat kinderen in aanraking komen met de natuur, planten en dieren. Zo ontdekken kinderen steeds weer nieuwe dingen tijdens het buiten spelen, wat iedere keer weer een uitdaging kan zijn.

 

Opvoedingsdoel 3: sociale vaardigheden

Het kinderdagverblijf vindt het belangrijk dat kinderen zich sociaal verantwoord ontwikkelen. Dit betekent dat we kinderen willen leren zich in te leven in anderen, samen communiceren en samen delen etc. Kortom het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid.

Kinderen maken in het kinderdagverblijf deel uit van een groep, welke uitermate geschikt is om te oefenen met sociale vaardigheden.

Net zoals bij opvoedingsdoel 2 is de rol van de pedagogisch medewerker weer cruciaal. Ook hier zal via materialen en activiteiten het kind ruimte krijgen om zijn/ haar sociale vaardigheden te ontwikkelen.

Niet alleen het aanreiken van materialen en activiteiten is belangrijk. Indien de situatie dit vraagt kan de rol van de pedagogisch medewerker ook sturend, ondersteunend of corrigerend zijn. Soms zijn kinderen angstig om een nieuwe vaardigheid te leren (ze moeten een sprongetje maken). De pedagogisch medewerker zal dit kind dan zover mogelijk ondersteunen en prikkelen dat hij/zij het zelfvertrouwen krijgt om toch aan de activiteit mee te doen.


Opvoedingsdoel 4: normen en waarden

Het kinderdagverblijf leert de kinderen de normen en waarden van onze samenleving. Het kinderdagverblijf hecht er waarde aan dat iedereen welkom is om mee te spelen. Ook die kinderen die, vanuit een andere cultuur, andere normen en waarden hebben. Maar ook die kinderen die “afwijken” van de gangbare normen en waarden dienen respect te krijgen van de rest van de groep.

De rol van de pedagogisch medewerker is in eerste instantie sturend gericht. De kinderen leren elkaar met de naam aan te spreken, op de beurt te wachten, niet door elkaar heen praten, rekening houden met de kleinere kinderen en respect te hebben voor alles en iedereen (dus ook de dieren buiten).

Bij de wat grotere kinderen die de grenzen kennen is de rol van de pedagogisch medewerker minder sturend maar meer de momenten creëren om met de normen en waarden te oefenen. Het spelmateriaal is erop gericht om het socialisatieproces van een kind te stimuleren.

Voeding

Voor de allerkleinsten kunnen de ouders/verzorgers borstvoeding of kunstvoeding meenemen.
Borstvoeding dient gekoeld te worden aangeleverd. Dit wordt in het kinderdagverblijf in de keuken in de koelkast bewaard. De voeding die aan het einde van dag over is wordt weer terug mee naar huis gegeven. Het is ook mogelijk bevroren borstvoeding op het kinderdagverblijf in de diepvries te bewaren.
Kunstvoeding dienen ouders/verzorgers zelf mee te geven en bewaren wij in de keuken van het kinderdagverblijf.

Brood en beleg voor tijdens het ontbijt en de lunch worden verzorgd door het kinderdagverblijf tenzij het nodig is dat uw kind andere soort producten moet consumeren door bijvoorbeeld allergieën.

Vers fruit wordt ook door het kinderdagverblijf verzorgd. Dit zijn standaard appel, peer en banaan. Dit wordt in de seizoenen soms aangevuld met meloen, druiven o.i.d. Van dit fruit worden ook de fruithappen gemaakt voor onze kleintjes. Ook hierbij geldt dat ouders zelf iets mogen meenemen als het kind bijvoorbeeld allergieën heeft.

Tijdens het ontbijtmoment en het avondetenmoment krijgen de kinderen die thuis ontbijten/avondeten een cracker aangeboden.

In het kinderdagverblijf is 4, 6, 8 en 12 maanden pap aanwezig voor de kinderen die hier gebruik van willen maken.

Het is mogelijk om de avondmaaltijd te nuttigen in hun tijd op het kinderdagverblijf als de kinderen tot minimaal 18.00u aanwezig zijn op het kinderdagverblijf. Deze maaltijd dienen de ouders zelf mee te nemen naar het kinderdagverblijf voorzien van datum en naam. Dit zullen wij in de koelkast bewaren en opwarmen in de magnetron om 17.00u/17.30u.

Het is ook mogelijk om groentehapjes mee te geven voor onze 0 jarigen. Wij volgen hierbij de tijden op hun schema.

Zijn er bijzonderheden wat betreft de voeding van uw kind? Dan kan dit aangegeven worden bij het kinderdagverblijf en wordt er in gesprek gegaan over de mogelijkheden.

Ziekte

Indien het kind thuis ziek wordt en niet naar de opvang komt dan kunnen ouders/verzorgers dit voor 09.00 uur melden aan het kinderdagverblijf. Wanneer dit vergeten wordt zal een van de pedagogisch medewerkers om 09.30 uur proberen de ouders/verzorgers telefonisch te bereiken. Mocht een kind een infectieziekte hebben dan volgt het kinderdagverblijf de richtlijnen van de GGD.

Wanneer er binnen het kinderdagverblijf sprake is van een infectieziekte worden,

wanneer meerdere kinderen het hebben, de ouders/verzorgers doormiddel van een

mededeling op het infobord op de hoogte gesteld. 

Wanneer uw kind ziek wordt gedurende de opvang zult u gebeld worden om uw kind op te komen halen.

Kinderdagverblijf ’t Hummelke heeft een aantal regels waaraan ouders en pedagogisch medewerkers zich dienen te houden wanneer een kind ziek is. Door Corona zijn deze richtlijnen strenger geworden.
Wanneer het kind koorts heeft (nu 38.0c of hoger), zo ziek is dat het elk uur verzorging nodig heeft of niet aan de gewone groepsactiviteiten kan deelnemen zal er gebeld worden naar de ouders/verzorgers om het kind op te komen halen.

 

Kinderen dienen 24uur koortsvrij te zijn voordat ze weer naar het kinderdagverblijf mogen komen.

Heeft uw kind medicatie nodig (bijvoorbeeld antibiotica) dan kunt u het medicijnformulier downloaden op deze website en ingevuld inleveren bij een van onze pedagogisch medewerkers. Zonder dit formulier mogen wij geen medicatie geven. Dit geldt voor alle soorten medicatie inclusief neussprays en paracetamol. Paracetamol geven wij alleen als overbrugging bij koorts, want bij koorts dient uw kind opgehaald te worden.

Trakteren

Er mag op kinderdagverblijf ’t Hummelke alleen gezond worden getrakteerd. Het kinderdagverblijf wil de kinderen alleen gezonde voeding aanbieden om zo gezonde leefgewoontes te creëren.

Er is een traktatielijst opgesteld. Momenteel mag het volgende worden meegenomen om te trakteren: alle soorten kaas, kipspiesjes, gehaktballetjes, knakworstjes, rijstwafels, rozijntjes, soepstengels, groente, fruit, gekookte eieren, beschuit met muisjes, krentenbolletjes, yoghurt, vanillepudding, wraps (kipfilet) en toastjes.
Worden er producten meegegeven die niet op dit lijstje staan zijn wij genoodzaakt ze mee terug te geven.

Sloffen

Tussen half oktober en half april geldt er een sloffenbeleid bij kinderdagverblijf ’t Hummelke. De pedagogisch medewerkers en kinderen dienen sloffen te dragen om er zo voor te zorgen dat onze vloeren schoner blijven (er geen bladeren, water etc. mee naar binnen genomen worden). Voor ouders/verzorgers staat er een bak met plastic hoesjes voor om de schoenen in de gang. Voor de kinderen dienen de ouders/verzorgers zelf sloffen mee te nemen en deze in de gang bij de kinderen aan te doen alvorens ze de groep in gaan.